Toeristische dichtheid en intensiteit op regionaal niveau
Thema: Data en inzichten
In de afgelopen jaren is het aantal bezoekers in Nederland gegroeid, in de ene regio meer dan in de andere regio. Ook gedurende het jaar kan de drukte enorm verschillen, al is over het algemeen gezien de drukte vaak het grootst in de zomermaanden. Bezoekers leveren economisch veel op voor een gebied, maar bezoekers kunnen ook zorgen voor een ecologische druk op bepaalde plekken en impact hebben op de leefbaarheid van een gebied. Voor bestemmingen is het vaak een uitdaging om de balans te vinden tussen enerzijds de druk van bezoekers en anderzijds de draagkracht van een gebied.
Toeristische druk geeft inzicht in de hoeveelheid bezoekers en de invloed van hun activiteiten op een bepaalde bestemming. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur maakt in haar rapport “Waardevol toerisme; onze leefomgeving verdient het” (2019) onderscheid tussen drie aspecten van druk:
- De verhouding tussen het aantal bezoekers en het aantal inwoners in een bepaald gebied, oftewel de intensiteit;
- De verhouding tussen het aantal bezoekers en de oppervlakte van een bestemming, oftewel de dichtheid;
- De manier waarop bezoekers gebruik maken van de ruimte en voorzieningen en hoe dit zich verhoudt tot de lokale gebruiken en gewoontes, oftewel het gedrag van bezoekers.
Binnen het Data Center Toerisme (DCT) worden de regionale cijfers van gasten en overnachtingen doorgerekend naar de toeristische druk in een regio. Hierbij wordt specifiek gericht op de intensiteit en dichtheid van verblijfsbezoekers. Dit is slechts een deel van het totale aantal bezoekers aan een plek, aangezien dagbezoekers buiten beschouwing worden gelaten.
De toeristische druk is berekend op COROP-niveau voor verschillende plekken in Nederland.Bekijk hier de intensiteit en dichtheid op COROP-niveau (2013-juli 2024).